activiteit op een tijdstip bepalen, dan gebruik je de raaklijnmethode:
is de gemiddelde activiteit in Bq
is de verandering van het aantal deeltjes
is de tijdsduur in s
A is de activiteit op een bepaald tijdstip in Bq
is de activiteit in de beginsituatie in Bq
is de tijd die verstreken is vanaf het begin in s
is de halveringstijd in s
Medische beeldvormingstechnieken aan de hand van natuurkundige achtergrond beschrijven, voor- en nadelen van deze technieken noemen en op grond daarvan in gegeven situaties een keuze voor een techniek beargumenteren.
Echografie
Bij echografie gebruikt de verloskundige een transducer, die geluidsgolven met frequenties tussen 1 MHz en 10 MHz uitzendt. Dit geluid kun je niet horen, het is dus een ultrasoon geluid.
MRI
Bij het maken van een MRI-scan ligt de patiënt in een soort tunnel. De vier belangrijkste onderdelen van een MRI-apparaat zijn:
Een zeer grote elektromagneet die zorgt voor een magnetisch veld dat overal in de tunnel even groot is. Waterstofkernen die zich in dit veld bevinden, worden gemagnetiseerd.
Spoelen met een verschillend aantal windingen. Met behulp van een spoel wordt het magnetisch veld vergroot. Omdat het aantal windingen verschillend is, ontstaan een magnetisch veld dat overal een andere sterkte heeft.
Een spoel die microgolven uitzendt met een frequentie van ongeveer 50 MHz. Afhankelijk waar een waterstofatoom zich bevindt, gaat de kern resoneren. Zo’n kern neemt dan een foton op en zendt het even later weer uit.
Een groot aantal detectoren die de fotonen registeren, uitgezonden door de gemagnetiseerde waterstofkernen.
Röntgenopname
Een röntgenbron zendt gedurende een korte periode röntgenstraling uit. Een detector aan de andere kant van het lichaam registreert hoeveel straling doorgelaten wordt. Waar veel röntgenstraling doorgelaten is, is de foto donker. (tweedimensionaal beeld)
CT-scan
Een driedimensionaal beeld wordt mogelijk met behulp van een CT-scan. De röntgenbron draait om de patiënt heen om opnamen onder verschillende hoeken te maken. Een computer berekent met die foto’s hoe het driedimensionale beeld van de patiënt eruit ziet. De afkorting CT betekend Computed Tomography oftewel ‘berekende doorsnede’.
|